Van manifest naar productontwerp
Eke Rebergen
Geen ontwerp is neutraal. Zelfs de meest alledaagse consumentenproducten zijn ontworpen vanuit een ideologie en dragen die ook uit in hun gebruik. In dit veldonderzoek maakten studenten en docenten, onder begeleiding van Eke Rebergen, een keuze uit een selectie van tegendraadse politiek-maatschappelijke manifesten en ontwierpen ze op basis van het gekozen manifest een functioneel product. Zit een stoel, ontworpen op basis van een statement van de Russische futuristen, echt heel anders dan een stoel ontworpen op basis van de avant-gardistische ideeën van de Letterist International?
Nieuwe verrassende producten
De ideeën uit tegendraadse manifesten (naast bovengenoemde ook bijvoorbeeld ‘the conscience of a hacker’ en Arp’s ‘Dada’ retrospectief) bleken inderdaad tijdens de workshop een rijke voedingsbodem voor heel uiteenlopende, spannende, en ook verrassende (maar desalniettemin functionele) producten. Denk aan een nieuw social media platform dat het mogelijk zou maken oppervlakkigheid weg te filteren.
Of een product om de huidige manier van eten – belachelijk misschien, zo’n persoonlijke uitstalling van individuele porties op een verder nutteloos bord – veel socialer en prikkelender maakt. Ook werden er kortingskaarten uitgedacht in nog ongekende maten en functionaliteiten. Misschien zit er wel veel potentie om deze gekke pasjes letterlijk uit te vergroten en daarmee de zeer actuele thematiek rond alternatieve betaalsystemen, rond registratie van persoonlijke data, en rond nieuwe vormen van klantenbinding en merkverbondenheid ‘aan te kaarten’.
Ook werden deelnemers gefascineerd door een prullenbak die niet vol raakt maar simpelweg door afval groeit, onbereikbaar wordt, en als groot historisch zichtbaar element in de stad misschien wel het afval zelf overleeft. En wat te denken van een douche die fysiek bediend wordt – met oog op daadwerkelijke materiële eigenschappen van water – en nu eens niet op compleet onbetekenend en haast magische manier uit de muur komt als je aan een knopje draait?
Ontwerprichting
Natuurlijk kan in een workshop van een paar uur geen werkelijk product uitgewerkt worden. We begonnen met een korte introductie van de manifesten door de workshopbegeleider, om deze vervolgens in groepen op basis interesse afzonderlijk te bestuderen. Uit de groepen zelf ontstond vervolgens een ontwerprichting, meestal vanuit een bestaand functioneel product dat op basis van het manifest wel een radicaal mocht worden herontworpen.
Al snel werd de overstap gemaakt van eerste schetsideeën naar kartonnen prototypes om alvast een eerste vormgeving en interactie voor te stellen en daarmee het idee te materialiseren. Dit maakte de product-ideeën snel realistischer en dwong om ook juist in concretisering steeds weer te proberen dicht te blijven bij de intentie van de tegendraadse manifesten. De vraag óf dit voldoende lukte, is moeilijk te beantwoorden maar precies die onzekere poging is misschien ook wat de workshop productief en spannend maakte. Het riep na afloop de vraag op of men bij verder uitwerking (bij meer high-fidelity prototypes, daadwerkelijke productie, distributie, enz) ook nog in staat zou kunnen zijn het statement van de manifesten trouw te blijven en hoe dit eruit zou kunnen zien.
De noodzaak en relevantie om dit te proberen werd in ieder geval in en na deze workshop meermaals bediscussieert. De workshop bleek in brede zin uit te nodigen om na te denken over gangbare functionele producten in relatie tot radicalere of tegendraadse ontwerpalternatieven. Het lukte om het (schijnbaar neutrale en rationele) ontwerp-discours even tussen haakjes zetten en expliciet de politieke en maatschappelijke betekenis van elk functioneel product op de voorgrond doen treden.
Veldonderzoeksleider Eke Rebergen is onderzoeker bij het lectoraat Autonoom Maken en docent bij de bacheloropleiding Communication & Multimedia Design bij AI&I in Den Bosch. In zijn veldonderzoek voerde Rebergen een experiment uit binnen zijn lopende onderzoek naar autonomie in de ontwerppraktijk. Hij verzocht deelnemende studenten om ieder eenzelfde product te laten ontwerp, maar binnen de (theoretische) kaders van een ander manifest. De verschillen in uitkomsten en processen werden achteraf met de deelnemers besproken en worden meegenomen in zijn lopende lectoraatsonderzoek.